Coachen leerkracht bij theatrale voorstelling (onderbouw of bovenbouw)

680.00

(prijs is exclusief reiskosten)
Categorie: Tags: , , Product ID: 4586
Doelgroep(en): Groep 1, Groep 2, Groep 3, Groep 4, Groep 5, Groep 6, Groep 7, Groep 8
Aanbieder: Danthé Danstheater
Aantal lessen: Voorbereidende opdracht door groepsleerkracht, 4 lessen, 5 evaluaties, 1 generale repetitie en 1 voorstelling
Aantal workshopleiders: 1
Hoeveelheid deelnemers: 35 maximaal
Locatie: Klaslokaal, speellokaal of gymzaal
Duur: 60 tot 90 minuten per les
Creatief proces: Oriënteren, Onderzoeken, Uitvoeren, Evalueren
Kerndoelen: Kerndoel 54, Kerndoel 55
Bijzonderheden: De lessen worden in het klaslokaal gegeven met een digibord. De generale repetitie en voorstelling worden in school gegeven in een speelzaal, gymzaal, of grote hal. De lessen worden gegeven door een theaterdocent samen met de leerkracht. Naast de lessen is er een digitale lesbrief en na iedere les is er een evaluatie. De prijs is per groep.

Beschrijving

In deze lessenserie werkt de leerkracht samen met de klas toe naar een theatrale voorstelling. Bij de onderbouw wordt er gebruik gemaakt van een prentenboek. In de midden- en bovenbouw wordt er gewerkt met een eigen gekozen thema. De leerkracht wordt ondersteund in het maken van een script wat gevormd wordt door de leerlingen. De voorstelling wordt gespeeld voor de school en voor ouders/verzorgers. De lessenserie bestaat uit 4 lessen van 60 tot 90 minuten per les met generale en voorstelling. Dit is naar behoefte uit te bereiden.

Leerdoelen aansluitend met kerndoelen:
• De leerlingen leren a.d.h.v. een theatervoorstelling om via een rol emoties te kunnen spelen. Dit sluit aan bij kerndoel Kerndoel 54 – De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
• De leerlingen leren d.m.v. samenwerken een voorstelling te maken en spelen. Daarbij leren zij op een positieve manier te regisseren van het theaterspel en de spelers. Hiermee ontwikkelen zij een reflectief vermogen en dit sluit aan bij Kerndoel 55 – De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.

Kennisdoel leerling en leerkracht:
• De leerlingen leren wat emoties en rollen zijn.
• Onderbouw leerlingen: De leerkracht leert een prentenboek als leidraad te gebruiken voor een voorstelling.
• De leerlingen en leerkracht leren de basis van hoe een voorstelling wordt opgebouwd.
• De leerlingen en leerkracht krijgen kennis over de mogelijkheden van het zelf maken van een voorstelling.
• De leerkracht leert het maken van een script.
Attitude leerdoel leerling:
• Onderbouw: De leerlingen leren om actief mee te spelen en worden uitgedaagd om een rol te durven spelen.
• Onderbouw: Leerlingen leren verstaanbaar op het podium te praten en het publiek in te kijken.
• Bovenbouw: De leerlingen leren door een actieve inbreng tijdens de samenwerkingsopdrachten dat wat zij verzinnen omgezet wordt tot een product namelijk een voorstelling.
• De leerlingen leren dat iedereen zijn of haar rol heeft binnen de voorstelling en zij even belangrijk zijn. Hiermee wordt het verantwoordelijkheidsgevoel samen gedeeld.
Attitude leerdoel leerkracht:
• De leerkracht leert een voorbeeldfunctie te zijn voor de klas door emoties en rollen voor te doen waardoor de speldrempel wordt verlaagt.
• De leerkracht leert om te improviseren en in te gaan op ideeën van de leerlingen.
• De leerkracht leert om eigen ideeën en idealen los te laten en enkel voorwaarde in acht te houden. (Bij voorwaarde kun je denken aan dat de voorstelling geschikt moet zijn voor verschillende leeftijden)
Effectief leerproces
Tijdens de lessen wordt er gebruik gemaakt van het effectieve leerproces in de volgende drie stappen:
• Activeren voorkennis;
Onderbouw: Vooraf wordt er met de klas gesproken wat een voorstelling is, wat rollen en emoties zijn, coulisse en het publiek.
Bovenbouw: Vooraf wordt er met de klas gesproken over ideeën en thema’s voor de theatrale voorstelling. Dit wordt live gedaan in de klas of via de mail met de leerkracht. Met de leerkracht worden vooraf de doelen doorgenomen en de voorbereiding van de lesbrief. Tijdens de eerste les wordt voordat de leerlingen in uitvoering gaan, eerst kennis gedeeld over de opbouw van een voorstelling.
• Beleven; tijdens de lessen gaan actief aan de slag met het kunstvak disepline theater. En komen daarbij de attitude en vakdoelen aan bod.
• Reflectie: na iedere les wordt er kort gereflecteerd op het theaterspel en op de samenwerking tussen de leerlingen. Na ieder les wordt er apart met de leerkracht gereflecteerd.
Vier fasen van creatief proces
Gedurende dit creatieve proces doorlopen de leerlingen vier fasen.
• Oriënteren; tijdens de voorkennis worden ideeën en de ontelbare mogelijkheden van theater gewisseld met de leerlingen. Dit prikkelt hun fantasie om het gekozen thema van de voorstelling verder te verkennen.
• onderzoeken;
Onderbouw: tijdens theaterspellen en warmings-up worden leerlingen geprikkeld om hun fantasie te gebruiken en verschillende emoties en rollen te spelen.
Bovenbouw: tijdens de groepsopdrachten worden de leerlingen gestimuleerd om eigen ideeën rondom het thema van de voorstelling te bedenken en deze te delen met de groep. Er wordt samen over gediscussieerd en overlegt om tot één gezamenlijk idee te komen.
• Uitvoeren;
Onderbouw: De leerlingen spelen aan de hand van het prentenboek een voorstelling.
Bovenbouw: De leerlingen gaan het idee uitvoeren in de vorm van een scene. Hierbij krijgen zij hulp van de vakdocent en geven zij elkaar feedback d.m.v. het regisseren van de scene.
• Evalueren;
Onderbouw: Na het spelen worden tips en tops gegeven aan het spel.
Bovenbouw: Na de uitvoering volgt een korte evaluatie waarna feedbackpunten wordt omgezet in huiswerk. Het huiswerk wordt direct uitgevoerd of pas een volgende les.
21ste vaardigheden
Gedurende de lessen komen onderstaande 21ste vaardigheden aan bod
• creatief denken en handelen;
Onderbouw: Leerlingen leren vrijuit te spelen en emoties te uiten. Leerlingen leren het spelen van een theatrale voorstelling.
Bovenbouw: Leerlingen leren aan de hand van een woordweb vrij te associëren en op nieuwe ideeën te komen. Leerlingen leren in de uitvoering om vanuit eigen inzicht en ideeën tot spelen te komen en hiermee tot een eindvoorstelling. Leerlingen leren door elkaar te regisseren terug te blikken op het theaterspel.
• Probleemoplossend denken en handelen; Leerlingen leren in groepsverband om tot één gezamenlijk idee te komen waar iedereen content mee is. Daarbij leren zij om probleemoplossend te denken en handelen wanneer er meningsverschillen en discussies ontstaat binnen de groep.
• Zelfregulering;
Bovenbouw: Leerlingen leren om zelfstandig nieuwe ideeën, veranderingen en toevoegingen in het theaterspel te bespreken met de groep i.p.v. het bespreken met de vakdocent.
• communiceren en samenwerken;
Onderbouw: Leerlingen leren om creatieve ideeën in te brengen en te verwoorden. Leerlingen leren om verstaanbaar te praten om het podium.
Bovenbouw: Leerlingen leren zowel in hun rol de boodschap van het spel duidelijk over te laten komen als communicatieve vaardigheden tijdens het regisseren van een scene. Leerlingen leren open te staan voor de regieaanwijzingen van anderen. Gedurende het schrijven van de voorstelling leren leerlingen zich coöperatief op te stellen om samen tot één eindvoorstelling te komen.

Extra informatie

Doelgroep

, , , , , , ,

Aanbieder

Aantal lessen

Hoeveelheid deelnemers

Duur

Creatief proces

, , ,

Kerndoelen

,